Camping Polderflora  |  Tekst: Bert van den Hoogen  |  Fotografie: Peter Franken

Bij camping Polderflora is natuur de basis.

Camping Polderflora ligt op maar enkele honderden meters van de drukke N11 bij Alphen aan den Rijn, maar daar merk je tijdens het verblijf helemaal niets van. Alle landschappelijke elementen die het Groene Hart zo aantrekkelijk maken zijn terug te vinden op de camping. Omringd door polders heb je hier niet veel nodig om voor je caravan te genieten van flora en fauna rond de vijver en het weidse uitzicht van het landschap waar je tijdens je verblijf doorheen zult fietsen. Of zoals campingeigenares Jeanette Dijkshoorn het zegt: “We hebben hier niks, daardoor hebben we hier alles.”

De grote steden van de Randstad kunnen we bereiken door hard over de snelwegen te rijden die dwars door het Groene Hart lopen. Bij afslagen lees je achteloos de voorbijkomende plaatsnamen Reeuwijk, Boskoop en Alphen aan den Rijn, zonder te weten hoe het daar zal zijn. Dat verandert vrijwel direct als je zo’n afslag neemt en al na een paar honderd meter onderdeel wordt van de rust en ruimte van de polder. Die overgang ervaren we ook als we camping Polderflora benaderen. Zojuist nog razend over de N11 en vrijwel direct sluipend over het Rietveldsepad, gaat ons dagritme flink op de rem om helemaal op te gaan in de rust en de wonderlijke combinatie van weidsheid en kleinschaligheid. De gemoedelijkheid die daarbij aansluit, treffen we bij Jeanette. Al snel zitten we aan de koffie op de centrale plek bij de hooiberg, waar we meteen een goed overzicht hebben over kampeervelden en door riet omgeven waterpartijen.

Toevallig ontdekt

Eigenlijk was die indruk er al meteen toen we bij de parkeerplaats voor de camping uitstapten. We zijn niet de enige, zo blijkt als Jeanette vertelt hoe ze met haar man André Vrolijk hier terecht is gekomen. “We waren op een moment in ons leven dat we aan iets anders toe waren. Als we dat nog wilden, dan was het vijf jaar geleden. Het ondernemerschap zat er bij ons beiden al van jongs af aan in en we wilden na vijftig jaar weg uit ons geboortedorp. Bij toeval ontdekten we dat deze camping te koop stond. Toen we gingen kijken en voor op de parkeerplaats stonden, keken we elkaar veelbetekenend aan: dit is het. We verkochten ons huis, zegden onze baan op en hebben ons hier gevestigd.”
 

Oase van rust

“Wat ons aansprak, was eigenlijk al voor de parkeerplaats. Het Rietveldsepad is een kenmerkend landweggetje voor deze omgeving. Het is een doodlopende weg om bij een paar boerderijen te komen. De camping was ook ooit een boerderij. Het boerenbedrijf bestaat niet meer, waardoor de camping nog meer een oase van rust en natuur is. We hebben nog wel enkele dieren in de dierenweide, de rondscharrelende kippen en de authentieke hooiberg om het boerderijleven te ervaren. Maar de vorige eigenaren hebben al veel gedaan aan natuurontwikkeling die aansluit bij het weidse landschap. Die landelijke, natuurlijke sfeer willen wij behouden, want dat is de kracht van de camping.”

Levendig stadshart

“Ons uitgangspunt is dat kampeerders op een natuurlijke wijze kennismaken met de natuur. Dat kunnen ze in de omgeving. Doordat wij in deze omgeving zijn opgegroeid, kennen we de mooiste plekken en routes. We merken aan onze gasten dat deze omgeving nog niet zo bekend is. Er wordt daardoor gedacht dat dit onderdeel is van de Randstad. Nieuwe gasten boeken eerst voorzichtig: hooguit vier of vijf nachten. Ze komen er dan achter dat het een prachtig gebied is. We hebben vijftien fietsroutes vanaf de camping. Je kunt fietsen en wandelen zowel door het agrarische landschap als de natuurgebieden. Het ene moment fiets je langs de boomkwekerijen van Boskoop en vervolgens midden tussen de Reeuwijkse Plassen. De dorpskernen rondom Alphen aan den Rijn zijn gemoedelijk, terwijl Alphen zelf een levendig stadhart heeft met een theater, een groot winkelgebied en veel horeca. En vogelpark Avifauna en Themapark Archeon zijn ook een dagbezoek waard. We hadden niet veel moeite om zelf mappen te maken met wat er allemaal in de omgeving te doen is.”

Broedseizoen

Voornamelijk de natuur van het weidelandschap is ook terug te vinden op de camping. “Natuurbeleving is de basis van de camping. We willen gasten laten beseffen hoe belangrijk natuur voor ons allemaal is. Daarom heeft een imker een paar bijenvolken op de camping en hebben we nestkasten voor de torenvalk en de kerkuil. Kampeerders staan graag bij het water. Als ze geen staplaats vlakbij hebben, gaan ze er wel met hun stoel zitten. Zeker tijdens het broedseizoen komen de verrekijkers tevoorschijn om over het water te turen. Je ziet dan futen, meerkoeten, boerenzwaluwen en visdiefjes die in de buurt of op de camping hun nesten hebben. We horen vaak gasten die zich erover verbazen dat de natuur zo dicht bij de stad is. Dat besef komt doordat we ervoor kiezen om het te houden bij de basis van kamperen. We hebben een paar chalets, maar bieden geen glamping. Zo worden de kleinste details bijzonder en weet je die te waarderen. We zeggen dan: we hebben hier niks, daardoor hebben we alles.”

Duurzame investeringen

Terwijl ze de natuurlijke sfeer behouden, weten Jeanette en André ook te investeren in voorzieningen om het verblijf op een duurzame manier comfortabeler te maken. Verspreid over drie velden zijn er 35 staplaatsen, waarvan 3 plaatsen geschikt zijn voor campers. De standaardplaatsen hebben

10 ampère stroom en een centraal watertappunt. De comfortplaatsen hebben 10 ampère stroom en eigen water en afvoer. Alle comfortplaatsen en de meeste standaardplaatsen hebben een betonnen plaat om de caravan op te zetten en een ruime plek met kunstgras voor de voortent of luifel. Voor de energievoorziening hebben ze zonnepanelen geplaatst, ook voor de oplaadpunten van de e-bikes in de nieuwe fietsenstalling. “Het regenwater wordt opgevangen voor hergebruik en we vragen aandacht voor afvalscheiding. We merken dat kampeerders de duurzame voorzieningen waarderen. Het trekt ook een bepaald type kampeerder aan.”

De kampeerders waar Jeanette op doelt, komen we tegen als we een rondje over de camping maken. Campinggasten vertellen honderduit, waardoor we bijna de tijd vergeten en iets later dan gepland de camping weer verlaten. Maar het scheelt dat we ook zo weer op de N11 zitten, op weg naar de volgende camping.